Onderzoek naar jongeren en hun spiritualiteit

1. Zinontlening bij jongeren

Met een groot woord 'existentieel antropologisch onderzoek binnen jongerenculturen'.
Bij dit type onderzoek gaat het om vragen als: waar ontlenen jongeren zin aan in hun leven?, hoe kampen ze met zinloosheid?; hoe met innerlijke tegenstrijdigheden?

De voornaamste bron van onderzoek is: speelfilms die populair zijn bij jongeren. Deze worden geïnterpreteerd met behulp van het interpretatiekader van het proefschrift 'Tegenstrijdig Ongeloof'. Deze interpretaties worden o.a. in lezingen naar voren gebracht. Een voorbeeld:
in City of Angels speelt Meg Ryan een jonge arts die een patiënt verliest. Ze snapt niet waarom, ze heeft immers alles gedaan wat ze kon. Haar maakbaarheidsillusie wordt doorbroken. Een engel (gespeeld door Nicolas Cage) verzekert haar: het was niet jouw schuld, het was zijn tijd om te sterven, hij heeft nu een beter leven. Daar gelooft ze niet in, zegt ze. De engel antwoordt: 'some things are true whether you believe in them or not'. In termen van mijn proefschrift: haar geloof is tot dan toe geworteld geweest in de eerste laag (autonomie, rationaliteit, maakbaarheid, beheersing). De engel opent bij haar de derde laag (ontvankelijkheid voor wat er meer is tussen hemel en aarde).
Deze innerlijke spanning tussen beheersing en ontvankelijkheid (overgave) is zeer herkenbaar bij jongeren (en niet alleen bij hen!).
Een andere bron van onderzoek is interviews met jongeren met behulp van MSN-messenger.

2. Spirituele begeleiding van jongeren

Met een groot woord: 'onderzoek naar mystagogisch jongerenwerk'.
Mystagogie betekent spirituele inwijding. De vraag is dus: hoe kun je jongeren spiritueel inwijden? Ook hierover heb ik nagedacht in het proefschrift 'Tegenstrijdig Ongeloof'.

Bij het onderzoek dat ik nu, bij wijze van vervolg, doe, zet ik, vaak in samenwerking met vakkrachten, 'pilots' op van jongerenactiviteiten met een mystagogische doelstelling. Vervolgens probeer ik van de deelnemers te vernemen wat ze aan de activiteit hebben beleefd.
Zo ben ik bijvoorbeeld met zusters van de Karmel Titus Brandsma en enkele pastorale werkers bezig met het opzetten van een pilot van vier bijeenkomsten voor tieners rond de vier elementen. Bij de eerste bijeenkomst (thema: vuur) gaan de tieners een grot in, waar in het pikkedonker een kaars wordt ontstoken. Bij de tweede bijeenkomst gaan ze naar een ecologische boerderij (thema aarde) waar ze o.a. via een meditatie contact maken met de grond.
De reflecties die de deelnemers na afloop opschrijven, worden bestudeerd vanuit de vraag: in hoeverre heeft er spirituele inwijding plaatsgevonden? (zie ook: workshop over mystagogisch jongerenwerk van 1-2-05).